Rotondes

Rotondes zijn typische conflictzones bij wegverlichting volgens de norm EN 13 201. De rotonde moet verlicht zijn als de toegangswegen ernaartoe ook verlicht zijn. 20 lx verlichtingssterkte op de rijbaan op een rotonde zonder zebrapad komt overeen met een goede verlichting. Op de toegangswegen moet het verlichtingsniveau, afhankelijk van de toegestane snelheid, geleidelijk worden verhoogd van 5 lx naar 20 lx. De overgangen moeten zacht zijn om het contrasteffect zo laag mogelijk te houden en voor het menselijke oog een snelle aanpassing mogelijk te maken. Door een iets andere lichtkleur dan die van de straatverlichting zal de aandacht nog meer toenemen.

Lichttechnische berekeningen Samenvatting DIALux-project

De verlichting van een zebrapad bij een rotonde moet voldoen aan de norm EN 67 523. Belangrijk is hier de goede herkenbaarheid van de voetganger op de oversteekplaats en in de aangrenzende wachtzones. Daarom wordt een gemiddelde verticale verlichtingssterkte van Ēv = 30 lx ingezet. Evmin hiervoor bedraagt 4 lx. Zebrapaden en wachtzones moeten vanuit de rijrichting verlicht worden. 100 m voor en na het zebrapad moet de luminantie 0,3 cd/m2 bedragen. Hiervoor rusten wij de straatarmaturen 99 595 uit met speciale optische modules. Wanneer op de weg vóór en na het zebrapad over een afstand van minimaal 50 m verlichtingsklasse M 2 (1,5 cd/m2 of 20 lx) voorzien is, dan is aanvullende verlichting niet vereist.