Zowel de voetgangers en fietsers als de route moeten gemakkelijk te zien zijn. Goede herkenbaarheid van gezichten geeft een gevoel van veiligheid. De verlichtingssterkte voor paden bestemd voor fietsers en voetgangers moet voldoen aan de norm EN 13201-2, verlichtingsklasse P4. Een minimum van 1 lx is vereist. De gemiddelde verlichtingssterkte bedraagt 5 lx.
Mastopzetarmaturen met asymmetrisch-bandvormige lichtsterkteverdeling worden gebruikt voor de verlichting. De lichtpunthoogte bedraagt 5 m. Daarbij bedraagt de afstand tussen de armaturen 30 m.
Lichttechnische berekeningen Samenvatting DIALux-project
De afbeelding toont de overdracht van de lichtverdelingscurve naar de weergave van het voetgangers-/fietspad vanuit vogelperspectief. Tussen de armaturen heeft het donkerste punt op het pad een verlichtingssterkte van 1 lx. De overgangen van het lichtste punt direct bij het armatuur (15 lx) naar het donkerste punt zijn heel zacht en worden als aangenaam ervaren.